home *** CD-ROM | disk | FTP | other *** search
Text File | 1997-06-27 | 62.7 KB | 1,316 lines |
-
- RADIORAFT 2.1
- HF SIGNAAL DECODEER SOFTWARE
- Copyright (c) 1996/1997 by Francois Guillet
- All rights reserved.
-
- Vertaald door PA1HSL te Leusden INHOUD:
-
- I - RADIORAFT: Introductie
- I.1 - HOOFDKENMERKEN
- I.1.A - Wat is RadioRaft ?
- I.1.B - LICENTIE AFSPRAKEN
- I.2 - Welke modes kan RadioRaft 2.1 decoderen?
- I.3 - Wat zijn de hardware eisen voor RadioRaft ?
- I.4 - RadioRaft bijzonderheden
-
- II - De RADIO INTERFACE
- II.1 - Diagram van het AF interface (comparator)
- II.2 - Seriele poort RS232 pin out (9 en 25 pins).
- II.3 - Gebruik van een MODEM
-
- III - INSTALLATIE
- III.1 - Installatie
- III.2 - Starten met RadioRaft
-
- IV - OVERZICHT VAN DE FUNCTIES
- IV.1 - Scannen en automatische synchronisatie
- IV.1.A - Scannen van alle modes, alle snelheden
- IV.1.B - Enkelvoudige mode, alle snelheden en alle modes,
- eenvoudige scanning van de snelheid
- IV.1.C - Opmerkingen over automatisch scannen
- IV.2 - De eerste regel van het scherm
- IV.3 - De tweede regel van het scherm
- IV.4 - De derde regel van het scherm
- IV.5 - De rest van het scherm
-
- V - DE VERSCHILLENDE MENU'S
- V.1 - Het "Help" menu
- V.2 - Het "File" menu
- V.2.A - Het "Edit/Actualize" commando
- V.2.B - Het "Receive" commando
- V.2.C - Het "Save as..." commando
- V.2.D - Het "Save" commando
- V.2.E - Het "Print" commando
- V.2.F - Het "Open..." menu
- V.3 - Het "Mode" menu
- V.3.A - Asynchrone modes
- V.3.B - ARQ semi-duplex modes
- V.3.C - ARQ full-duplex modes
- V.3.D - FEC modes
- V.3.E - De andere modes
- V.4 - Het menu "Bps"
- V.5 - Het menu "Option"
- V.5.A - "Contextual options"
- V.5.B - Optie "Frequency meter"
- V.5.C - Optie "Lowercase allowed" (standaard)
- V.5.D - Optie "Letter locked"
- V.5.E - Optie " Control characters display"
- V.6 - Het "Settings" menu
- V.6.A - RadioRaft parameters
- V.6.B - Menu: "Save settings/Load settings"
-
- VI - (Functie)toetsen
-
- VII - Compatible met Windows
-
- VIII - Codering en Geheimschrift...
-
- IX - Problemen
-
-
- --------------------------------------------------------------
- I - RADIORAFT: INTRODUCTIE
- I.1 - HOOFDKENMERKEN
- I.1.A - Wat is RadioRaft ?
-
- RadioRaft versie 2.1 is een DOS programma dat in staat is om vele zendmodes
- die op de HF banden of kortegolf banden worden uitgezonden, te decoderen.
- Voor het identificeren van onbekende signalen, heeft RadioRaft versie 2.1
- een baudrate indicator, frequentie meter en de mogelijkheid om de mode
- automatisch vast te stellen. Tussen de ontvanger en de PC kan of een heel
- eenvoudige en niet-dure interface worden gebruikt (zie schema diagram in
- deze file) of een luxer apparaat worden gebruikt.
-
- I.1.B - LICENTIE AFSPRAKEN
-
- RadioRaft 2.1 is geen public domain software. RadioRaft 2.1 is shareware. De
- originele installatie-files kunnen vrij gekopieerd worden en worden
- verspreid. Onwettige verkoop van RadioRaft is ten strengste verboden. De
- software en/of handleiding mag op geen enkele manier worden gewijzigd zonder
- schriftelijke toestemming van de auteur. De verspreiding en/of kopieren van
- de RADIORAF.EXE file die tijdens de installatie wordt aangemaakt, is ook
- verboden. U kunt deze software beperkt gebruiken om de software uit te
- proberen. Als u graag gebruik wilt maken van de complete versie van
- Radioraft, dan moet u voor het registreren van Radioraft US$30 betalen aan:
-
- Francois Guillet
- 17 rue Michel Delalande
- F-44800 St-Herblain France
-
- E-mail: F6FLT@TheOffice.net
- WEB site: http:\\ourworld.compuserve.com\homepages\F6FLT\
-
- U ontvangt dan een registratie en een prive code. U mag uw prive code niet
- aan anderen geven want met deze code kunt u van de demo versie een volledige
- versie maken.
-
- Het uitproberen van RadioRaft 2.1 is beperkt tot de volgende modes: RTTY
- (Baudot), Sitor-A en B (Tor/fec/arq), ARQ-E, FEC-A, en DIGIT. De andere
- modes kunnen worden opgespoord of gekozen worden. De tekst zal alleen
- getoond worden in een schermpje van 9 karakters, behalve de packetmode. Alle
- andere kenmerken zijn dezelfde als de volledig geregistreerde versie.
- __________________________________________________
- RadioRaft
- Copyright (c) 1996/1997 All rights reserved Francois Guillet
- __________________________________________________
-
-
- I.2 - Welke modes kan RadioRaft 2.1 decoderen?
-
- De modes die ondersteund worden zijn:
- - Baudot (RTTY)
- - ASCII (7 bits of IRA, 8 bits en 8 bits + parity)
- - SITOR-A (TOR/ARQ of AMTOR mode A)
- - SITOR-B (TOR/FEC of AMTOR mode B)
- - ARQ-E
- - ARQ-M (ARQ-M2, ARQ-M4, ARQ-E3, SI-FEC)
- - ARQ-N
- - SI-ARQ
- - SWED-ARQ
- - ARQ-6/90 and ARQ-6/98
- - CIS11
- - SPREAD11, SPREAD21, SPREAD51
- - AUTOSPEC
- - FEC-A
- - RUM-FEC
- - HNG-FEC
- - PACKET-RADIO (AX25)
- - MORSE (CW)
- - "DIGIT", deze functie maakt het mogelijk om elke mode bit-voor-bit op het
- scherm te tonen.
-
- [De mode-namen zijn in overeenstemming met de aanbevelingen die staan in de
- "Radio Data Code Manual", 15e editie, van Klingenfuss (Tuebingen, Germany)].
- De modes kunnen bij elke snelheid worden ontvangen van 10 tot 6400 bps.
- Ontvangen teksten kunnen gedeeltelijk of geheel worden gesaved in files of
- worden uitgeprint.
-
-
- I.3 - Wat zijn de hardware eisen voor RadioRaft ?
-
- - Een PC AT 386, 486 of Pentium, met een VGA scherm, een seriele poort COM1
- tot 4 met gebruikmaking van MSDOS versie 3.3 tot 6.2. U kunt de adressen en
- irq nummers van de COM poorten wijzigen.
- - Een (communicatie) ontvanger en een interface die de audio uitgang van de
- seriele poort van de ontvanger verbindt met een seriele poort van de PC.
- Een erg eenvoudige interface (een eerder genoemd "AF interface" of
- 'comparator', zie het diagram II) kan worden gebruikt. Dit interface is
- COMPATIBLE met andere programma's die door hams worden gebruikt.
- Een wat luxer en beter interface (MODEM), kan ook worden gebruikt.
-
-
- I.4 RadioRaft bijzonderheden
-
- Sommige voordelen van RadioRaft die andere decodeer programma's niet hebben
- zijn:
- - Er kunnen 2 interfaces gelijktijdig worden aanngesloten. Men heeft een AF
- interface nodig voor het werken met de frequentie meter.
- - Automatisch decoderen van de meeste zendmodes, bij elke polariteit of
- shift en snelheid (handmatige handelingen zijn niet nodig).
- - Ondersteunt vele signaal modes.
- - De ontvangst snelheden kunnen zijn van 10 tot 6400 BPS, in stappen van 0.1
- BPS in elke mode.
- - Optimale decodering, zelfs bij gestoorde ontvangst (met behulp van een
- geprogrammeerde PLL).
- - Alle commando's zijn toegankelijk via gemakkelijk te gebruiken menu's via
- het toetsenbord of via de muis. Het gebruik van de menu's onderbreekt niet
- de ontvangst van gegevens op het scherm.
- - Het programma is erg snel met het automatisch scannen en het identificeren
- van de ontvangen uitzending en de gemakkelijk te gebruiken menu's zorgen
- ervoor dat het eenvoudig is om met RadioRaft te werken.
- - RadioRaft werd geheel gemaakt in assembler
- __________________________________________________
- II - INTERFACE
-
- RadioRaft gebruikt een AF interface of 'comparator' circuit (zie schema in
- deze file) dat gelijk is aan de RADIO/PC interface die gebruikt wordt door
- verschillende andere decodeer programma's. U kunt ook een FSK modem
- gebruiken. Het voordeel om bij voorkeur met een MODEM te werken is dat de
- kwaliteit van het decoderen in verhouding beter is, die afhankelijk is van
- de hardware. De twee interfaces kunnen gelijktijdig worden aangesloten. Men
- heeft een AF interface nodig voor het werken met de frequentie meter. In
- ieder geval is het altijd een goed idee om een narrow band FILTER in uw
- ontvanger te zetten tussen de uitgang van de ontvanger en de ingang van het
- modem of de AF interface. Een 500 Hz pass-band filter is een goed compromis
- voor de meeste ontvangen signalen.
- Voor het decoderen van CW (geen FSK) is de AF interface een betere keus dan
- een FSK modem.
-
- II.1 - Diagram van het AF interface (comparator)
-
- Het input signaal van de ontvanger wordt versterkt. De op-amp werkt als een
- "comparator" resulterend in een rechthoekig uitgangssignaal. Dit signaal is
- hetzelfde als het uitgangssignaal van de ontvanger. Maar bij de RS232 is er
- een spanning van ongeveer (+/- 12V). In werkelijkheid is het uitgangssignaal
- een beetje zwakker omdat het verbruik van de stroom van de op-amp het
- voltage laat dalen, voorzien door de uitgangen DTR (+12V) en RTS (-12V).
-
-
- II.2 - Seriele poort RS232 pin out (9 en 25 pins).
-
- Niet gebruikte pins CD, RI en mogelijk CTS of RTS moeten worden aangesloten
- met de aarde (GND), omdat sommige seriele poorten 'spook' signalen zien op
- niet aangesloten ingangen.
-
-
- D1 (1N4148 or eq.)
- LM741 +------+----+--I<--+-------------< DTR (+12V)
- | |
- Input 0,1uF 3|\ | |
- >------||---+-----| \|7 |
- | +I| \ out |
- AF signaal | | )-------------------------------> DSR (uitgang)
- van ontvanger | -I| / 6 |
- | +--| /| |
- | | 2|/ |4 | D2 (1N4148 of gelijkwaardig)
- >--+ / / +--+-- | ----+-->I--+------------< RTS (-12V)
- | \ \ | |
- | 100K/ /100K -| |+
- | \ \ === === 2 X
- | | | === === 100 uF
- | | | +| |- 16V
- +---------+--+--------+---+-------------------------+ GND
- |
- ///
-
- LM741 Pin out
-
- +V UIT
- 8 7 6 5
- | | | | Op Amp
- |------------|
- | | LM741 of TL071
- | |
- |-| | DIL case, gezien vanaf boven
- | |
- |-| | +V = positieve toevoer
- | | -V = negatieve toevoer
- | | -I = omgekeerde input
- |------------| +I = directe input
- | | | | output
- Pin 1 2 3 4
- -I +I -V
-
-
-
- II.2 - Seriele poort RS232 pin out (9 en 25 pins).
-
- Niet gebruikte pins CD, RI en mogelijk CTS of RTS moeten verbonden zijn met
- de aarde (GND), omdat sommige seriele poorten 'spook' signalen zien wanneer
- er geen verbindingen zijn met de ingang.
-
-
- DB-9 Connector
-
- Pin Signaal Pin Signaal
-
- ------------------------------------------------------
- 1 CD Carrier Detect 6 DSR Data Set klaar
- 2 RXD Ontvangst Data 7 RTS Verzoek te zenden
- 3 TXD Zend Data 8 CTS Klaar om te zenden
- 4 DTR Data Term. Klaar 9 RI Ring Indicator
- 5 GND Aarde
-
- DTR GND
- ----------|-|----
- \ 1 2 3 4 5 / De ongebruikte pins zijn niet afgebeeld
- \ o o o o o /
- \ o o o o /
- \ 6 7 8 9 / CTS wordt alleen gebruikt met het modem.
- -|-|-|--- DSR wordt alleen gebruikt met de AF interface.
- |RTS|
- DSR CTS
-
-
- DB-25 Connector
-
- Pin Signal Pin Signal
- -------------------------------------------------------------------
- 1 GND Aarde / Shield 14 {2e TXD}
- 2 TXD Zend Data 15 Zend klok
- 3 RXD Ontvangst Data 16 {2e ontv. klok}
- 4 RTS Verzoek te zenden 17 {Ontvangst klok}
- 5 CTS Klaar om te zenden 18 {geen bestemming}
- 6 DSR Data ingesteld klaar 19 {2e RTS}
- 7 GND Aarde 20 DTR Data Term klaar
- 8 DCD Carrier Detect 21 {Sig. kwaliteit}
- 9 { gereserveerd } 22 RI Ring Indicator
- 10 { gereserveerd } 23 {Data Rate Sel.}
- 11 {geen bestemming} 24 {Zend klok}
- 12 {2e CD} 25 {geen bestemming}
- 13 {2e CTS}
-
-
- RTS DSR
- |CTS|GND
- ----------|-|-|-|----------------
- \ 1 4 5 6 7 13 / de ongebruikte pins zijn niet afgebeeld
- \ o o o o o o o o o o o o o /
- \ o o o o o o o o o o o o /
- \14 20 25/ CTS wordt alleen gebruikt met het modem.
- -------------|----------- DSR wordt alleen gebruikt met de AF interface
- DTR
-
-
- II.3 - Gebruik van een MODEM
-
- Het demodulator deel van een modem kan gebruikt worden in plaats van de AF
- interface. De demodulator uitgang moet verbonden zijn net de CTS ingang van
- de seriele poort. Er zijn veel diagrammen van RTTY demodulators in
- radioamateur publicaties.
-
- Om de ontvangst te verbeteren, is het noodzakelijk om filter demodulators te
- gebruiken die veel efficienter zijn dan PLL demodulators, in het bijzonder
- voor lagere snelheden (<200 bps). Bij hogere snelheden dan 300 bps, is de
- uitvoering van deze twee systemen en de AF interface bijna identiek. Bij
- 1200 bps is het niet mogelijk om een filter demodulator te gebruiken. Het
- werken met RadioRaft met de AF interface gaat even goed als het werken met
- de PLL demodulator. Het gebruik van een commercieel modem is mogelijk indien
- het voorzien is van een V21 mode die de korrekte ontvangst van elke FSK
- uitzending tot 300 bps mogelijk maakt. Het is noodzakelijk om de verbinding
- met de PC te wijzigen, omdat RadioRaft de CTS ingang gebruikt en niet de
- gebruikelijke RX ingang. De keuze van de V21 mode van het modem moet gemaakt
- worden voordat men RadioRaft opstart.
-
-
- III.1 - INSTALLATIE
-
- Zie de file "README.TXT" om vertrouwd te raken met de installatie procedure
- Het installatie programma (install.exe) maakt automatisch de directory van
- uw keuze aan en kopieert al de originele installatie files naar de
- sub-directory met de naam \MASTER .
-
-
- III.2 - RadioRaft opstarten
-
- RadioRaft opstarten:
-
- Ga naar de directory waarin RADIORAF.EXE staat en typ RADIORAF achter de
- MSDOS prompt of typ <pad>\RADIORAF waar u ook bent.
-
- De eerste keer dat u het programma draait, verschijnt het "Setup" menu en u
- wordt dan ook gevraagd om 3 belangrijke vragen te beantwoorden die nodig
- zijn voor de configuratie van het programma:
- - De taal (Frans of Engels)
- - De seriele poort (poort COM 1 of COM 4) waarmee de RADIO/PC interface is
- verbonden.
- - Het type interface ("AF interface" of "MODEM"): zie II voor meer
- gegevens.
-
- Een helpscherm is beschikbaar (type F1). Deze parameters kunnen dan
- gewijzigd worden door het kiezen van "Settings", in het hoofdmenu. Deze
- parameters worden gesaved in de RADIORAF.INI file die in dezelfde directory
- staat als RADIORAF.EXE . Bij elke start van het programma zoekt RadioRaft
- naar de file RADIORAF.INI voor de configuratie. Deze file bevat niet alleen
- de taal, het COM poort- nummer, het type interface, maar ook andere
- parameters die te wijzigen zijn via het "Settings" menu. Deze file kan met
- elke tekst editor worden gelezen, maar die moet NOOIT gewijzigd worden;
- (wijzigingen ALLEEN via het "Settings" menu). Als de file RADIORAF.INI
- gewijzigd is, dan werkt RadioRaft niet goed meer. Als dit gebeurt, dan moet
- u de file RADIORAF.INI wissen en RadioRaft weer opnieuw opstarten.
-
-
- IV - OVERZICHT VAN DE FUNCTIES
-
- Let op!: IN ELKE MODE, IN ELK MENU, BIJ ELKE COMMANDO, IN ELK HELPSCHERM
- WAAR U OP DAT MOMENT BENT, HOUDT RadioRaft VOORTDUREND HET INPUT SIGNAAL IN
- DE GATEN EN ALLE ONTVANGEN TEKST WORDT GESAVED IN EEN 64KB GEHEUGEN AREA.
-
- IV.1 - SCANNEN en AUTOMATISCHE SYNCHRONISATIE
- IV.1.A - SCANNEN VAN ALLE MODES, ALLE SNELHEDEN
-
- Wanneer RadioRaft wordt opgestart, gaat het programma direct in de
- automatisch scan-mode en het programma zal dan proberen om de zendmode
- alsook de snelheid van de mode, die ontvangen wordt door de ontvanger, vast
- te stellen. De ontvangst snelheid van de synchrone uitzendingen wordt
- bepaald binnen 0.5 bps. Alleen de gangbare snelheden van de asynchrone modes
- worden vastgesteld. RadioRaft probeert in verschillende modes en snelheden
- te decoderen in het hoofdmenu, hetgeen te zien is in de tweede schermregel
- en wel na de woorden "Mode:" en "BPS:". Wanneer de mode en de snelheid zijn
- geidentificeerd, blijven de naam van de mode en de BPS constant op het
- scherm staan. Vervolgens wordt de ontvangen tekst getoond vanaf de 4e regel
- van het scherm tot onderin het scherm: RadioRaft wordt nu gesynchroniseerd.
-
- Tussen tekens < en >, in een "klein" ontvangstscherm op de eerste regel van
- het scherm toont RadioRaft de ontvangen karakters, inclusief speciale
- karakters (zie V.5.E), zodat u kunt zien wat er werkelijk werd
- uitgezonden. Wanneer de ontvangst niet wordt gesynchroniseerd, dan
- verschijnt het woord "RadioRaft" in het "kleine" ontvangstscherm.
- Als u de mode en de snelheid kent die gebruikt wordt in de uitzending, kunt
- u "Mode" uitkiezen in het hoofdmenu en de betreffende mode uit de lijst
- kiezen en vervolgens de snelheid in het "Bps" menu. Om de automatische
- scanning mode van RadioRaft te aktiveren moet u "√Scan-Mode" inschakelen in
- het hoofdmenu (klik op het woord "Scan"). Het teken √ dat vooraf gaat aan
- "Scan" geeft aan dat er automatisch gescand wordt.
- Wanneer RadioRaft gesynchroniseerd wordt met een uitzending en de ontvangst
- geeft teveel storing of als u van station verandert, dan zal RadioRaft weer
- opnieuw beginnen met scannen. Wanneer RadioRaft is gesynchroniseerd en u
- wilt de mode vasthouden waar het scannen is gestopt, dan kunt u de
- "√Scan-Mode" uitschakelen (klik op "Scan") om zo toekomstig automatisch
- scannen te voorkomen.
-
- IV.1.B - EEN MODE, ALLE SNELHEDEN EM ALLE MODES,
- EENVOUDIGE SCANNING VAN DE SNELHEID
-
- Om het automatisch scannen van alle modes in te schakelen met alleen 1
- snelheid moet u de "√Scan-Mode" inschakelen en vervolgens de snelheid van de
- ontvangst in het Bps menu (zie V.4).
- Voor het starten van het automatische scannen van de snelheid van alleen 1
- mode moet u "√Scan-Bps" inschakelen nadat u de ontvangstmode hebt gekozen.
- Om de "Scan-Mode" in- of uit te schakelen ook de "Scan-Bps".
-
-
- IV.1.C - OPMERKINGEN OVER HET AUTOMATISCHE SCANNEN
-
- Het scannen heeft alleen zin wanneer er werkelijk verkeer op de frequentie
- is. Heel veel uitzendingen (in het bijzonder in ARQ-M, FEC-A of ARQ-E) geven
- "opvullende" karakters. Deze uitzendingen hebben niet die kenmerken die het
- mogelijk maken om ze te identificeren. Dat komt doordat de inhoud steeds
- wordt herhaald (u kunt dat horen). Ze zijn zelfs een bron van verwarring met
- andere modes: in dit geval kan het gebeuren dat RadioRaft een verkeerde mode
- of snelheid synchroniseert. Dit is niet echt een probleem; wanneer een
- dergelijk station weer echt gaat uitzenden, dan zal RadioRaft
- re-synchroniseren. U kunt ook de F5 toets gebruiken om het scannen weer op
- te starten.
-
- CW, ASCII and Packet modes hebben geen automatische scanning. Deze modes
- moet men handmatig kiezen. Wanneer RadioRaft is gesynchroniseerd, dan wordt
- de beste decodering verkregen met het stoppen van het scannen. In het geval
- er fading is, behoudt RadioRaft de juiste mode en snelheid en er wordt
- sneller ge-resynchroniseerd. De asynchrone modes (baudot) worden alleen
- getest in de standaard snelheden (45, 50, 75, 100, 150, 200 Bps).
-
-
- IV.2 - DE EERSTE REGEL VAN HET SCHERM
-
- Deze regel geeft informatie met betrekking tot de uitzending tijdens de
- ontvangst. In het "kleine" ontvangstscherm worden alle ontvangen karakters
- getoond als RadioRaft gesynchroniseerd is. Anders verschijnt het woord
- "RadioRaft". De indicatie "POL=0/HHHH" geeft de polariteit van de uitzending
- aan. 0 (of 1) geeft de polariteit van het inputsignaal aan: 0 komt overeen
- met de "space" en 1 met de "mark" of het tegenovergestelde als de shift
- omgekeerd is. De parameter "shift" kan gewijzigd worden in het "Settings"
- menu (zie V.6). Tijdens de ontvangst zal 0/1 knipperen. HHHH geeft de
- polariteit van de karakters in 16 karakter blokken aan in hexadecimaal
- formaat. Voor een uitzending zonder omgekeerde karakters is dit patroon 0000
- als de shift normaal is of FFFF als de shift omgekeerd is. De uitzending in
- ARQ-E of ARQ-M gebruiken andere patronen.
-
- Twee strepen met koppeltekens staam voor en achter de indicatie: <SIGNAL>.
- Bij een perfekte ontvangst zijn de 2 strepen zo groot mogelijk.
-
- De rechter streep toont de kwaliteit van de ontvangst aan: de lengte geeft
- een korrekte sync aan van RadioRaft met de uitzending. Toch kan een onjuiste
- indicatie ontstaan wanneer de gekozen snelheid in RadioRaft precies een
- veelvoud is van de uitzendsnelheid. Wanneer de streep korter wordt, dan
- geeft dit een slechte ontvangst of een verkeerde snelheid weer.
-
- De linker streep toont de fout-rate aan, of beter gezegd, de graad van
- gelijkheid tussen de gekozen mode en de karakteristieken van de uitzending.
- De streep wordt ook korter wanneer er onvoldoende mark/space is van het
- input signaal. De indicator heeft geen betekenis in de mode CW (Morse).
-
-
- IV.3 - DE TWEEDE REGEL VAN HET SCHERM Dit is de regel van het hoofdmenu.
-
-
- IV.4 - DE DERDE REGEL VAN HET SCHERM Dit is de regel die gebruikt wordt door
- de frequentie meter wanneer die ingeschakeld is (zie V.5. B).
-
-
- IV.5 - DE REST VAN HET SCHERM De ontvangen tekst wordt vanaf de 4e regel tot
- onderin het scherm getoond. De tekst wordt gebufferd in een 64 KB buffer.
- Als u meer dan 64 KB tekst hebt ontvangen dan wordt de oudste tekst in de
- buffer gewist om plaats te maken voor de nieuwe tekst. Als u tekst wilt
- bekijken die al van het scherm is verdwenen, stop dan het scrollen als u
- alle tekst of een gedeelte daarvan wilt saven of printen door op "√Edit" te
- klikken in het hoofdmenu (zie V.2 dat volgt) of druk op "ESC". In het
- geval dat men een of meerdere opeenvolgende foutieve karakters ontvangt
- toont RadioRaft een enkel karakter ~ (ASCII 126).
-
-
- V - DE VERSCHILLENDE MODES
- V.1 Het "Help" menu
-
- "Main help" maakt het mogelijk om deze file te bekijken tijdens het werken
- met RadioRaft. Deze help file is de volledige documentatie van het
- programma. "De help on help and menus" is voor hen die niet zo vertrouwd
- zijn met de menu's, de keuze van de commando's en het gebruik van de muis.
- Users die bekend zijn met pop-up menu's hebben deze hulp niet nodig, omdat
- het gebruik van menu's in RadioRaft hetzelfde is als in vele andere
- programma's.
-
- Toch zijn er er een paar nuttige commando's om notitie van te nemen; het
- verhogen en verlagen van numerieke waarden door het klikken op een cijfer of
- door + or -. te typen. Deze help toont ook hoe de kleuren en de video modes
- gewijzigd moeten worden.
-
- V.2 Het "File" menu
-
- Het commando "Quit" in dit menu hoeft niet uitgelegd te worden (u kunt ook
- F3 of de Alt+F4 toetscombinatie gebruiken om uit het programma te gaan).
- Voor de meeste andere commando's is het nodig dat de mode "√Edit" is
- ingeschakeld. Klik of zet de "Edit" in het hoofdmenu uit als "Edit" niet
- voorafgegaan worden door het √ teken of klik "Edit/Actualize" in dit menu
- aan. U kunt ook de "ESC" toets gebruiken om te wisselen tussen de Edit en de
- Receive mode. Wanneer "√Edit" ingeschakeld is dan verschijnt er een
- scrollbalk rechts op het scherm en u kunt met de muis of via het toetsenbord
- door de tekstbuffer scrollen die maximaal 64 KB tekst kan bevatten. U kunt
- de gebruikelijke edit-commando's gebruiken om door de tekst te gaan (cursor,
- muis) of een deel van de tekst te selecteren om te printen of te saven.
-
- V.2.A - Het "Edit/Actualize" commando
-
- Als "Edit" niet is ingeschakeld dan zal dit commando dit doen. Als "√Edit"
- is ingeschakeld dan zal dit commando de tekst updaten:
- In de "√Edit" mode kunt niet meer de meeste recente ontvangsten bekijken.
- Als tekst door RadioRaft ontvangen wordt wanneer u in de "√Edit" mode bent
- dan zal dit commando die tekst toevoegen aan het eind van de reeds ontvangen
- tekst en de laatste pagina van de tekst wordt op het scherm getoond.
-
-
- V.2.B - Het "Receive" commando
-
- Met dit commando kunt u uit de "Edit" mode gaan (hetzelfde effect als
- wanneer u de "√Edit" uitschakelt of wanneer u de "ESC" toets drukt).
-
-
- V.2.C - Het "Save as..." commando
-
- Dit menu maakt het mogelijk om tekst te saven in een file. Er wordt gevraagd
- om een filenaam te typen. U kunt alleen de naam geven; (de file wordt dan
- gesaved in de RadioRaft directory) of het gehele pad (b.v. A:\RADIO.TXT
- wanneer u de tekst wilt saven op drive A:).
- VERVOLGENS MOET U OP <OK> drukken.
-
- Als u alleen een deel van de tekst wilt saven moet u eerst de bloktekst
- kiezen (met de linkerknop van de muis of gebruik de SHIFT toets samen met de
- cursor-down toets. De gekozen tekst verschijnt omgekeerd vergeleken met de
- rest van de tekst. Als een bloktekst wordt gekozen wordt met dit commando
- alleen de gemarkeerde tekst gesaved, niet de gehele tekst.
-
- V.2.D - Het "Save" commando
-
- Dit commando is identiek met "Save As...", behalve dat de naam van de file
- niet vereist is. Tekst wordt gesaved met de laatste filenaam (met de naam
- die getoond wordt in "Save as..." of "Open..." commando's) Als u nog niet
- de filenaam hebt gewijzigd sinds het opstarten van het programma, dan is de
- standaard filenaam RADIO.TXT. Om te voorkomen dat er per ongeluk een
- filenaam wordt overschreven van een vorige logging, kunt u beter een
- filenaam typen bij het "Save as..." commando.
-
-
- V.2.E - Het "Print" commando
-
- Het "Print" commando betreft de gehele tekst of het gekozen gedeelte zoals
- vermeld in V.2.C. WAARSCHUWING: de print routine verifieert niet of de
- karakters die naar de printer worden gezonden te printen zijn. Sommige
- uitzendmodes hebben speciale karakters (ASCII codes van 0 tot 31, of boven
- de 127), in het bijzonder PACKET en ASCII. Wanneer men deze karakters naar
- de printer stuurt kan dat een onverwacht resultaat geven (b.v. verandering
- van font, form feed...). Wees er zeker van dat u tekst print, geen rare
- karakters die overeenkomen met de PACKET uitzending van een programma!
- Sommige stations verzenden niet het "line feed" karakter (LF) na een
- "carriage return" (CR). RadioRaft voegt automatisch de "line feed" toe,
- behalve in de mode PACKET waar de tekst intact is gehouden.
-
-
- V.2.F - Het "Open..." menu
-
- Met dit menu kan men een file openen die al gesaved is. Er wordt om een naam
- gevraagd (of het volledige pad). U kunt de vorige ontvangen teksten op het
- scherm brengen die u eerder had gesaved, of elke ASCII tekst-file openen die
- kleiner is dan 64KB (en niet alleen die files die RadioRaft heeft gemaakt).
-
-
- V.3 - Het "Mode" menu
-
- Met dit menu kan men de ontvangstmode uitkiezen. De keuze van een mode
- schakelt het automatisch scannen uit ("√Scan-Mode ). U kunt dan de snelheid
- van de ontvangst veranderen met het "Bps" commando in het hoofdmenu.
-
- De verschillende modes kan men in 4 categorien indelen:
- V.3.A - Asynchrone modes
-
- Deze modes gebruiken een start bit (0) aan het begin van elke karakter, en 1
- of verschillende stop bits (1) aan het eind. Elke karakter kan altijd
- verzonden worden. De stop bit duurt 1 of 1.5 keer zo lang dan de duur van de
- andere bits.
- Van dit type zijn er vele uitzendingen, in het bijzonder de uitzendingen die
- de Baudot code gebruiken. Toch gebruiken veel stations een stop bit van een
- normale duur en zenden achter elkaar karakters uit, resulterend in een
- quasi-synchrone uitzending.
-
- Modes van dit type die RadioRaft decodeert zijn:
-
- BAUDOT
- Is een goed bekend staande code (ook als ITA 2), het is de meest algemeen
- gebruikte code (telex, pers agentschappen...). Deze naam komt van J.BAUDOT,
- Frans ingenieur uit de 19e eeuw die de 5 elementen telegraaf uitvond, (1
- element voor iedere vinger, 1 karakter gecodeerd met de hand!)
-
- ASCII code (7 bits of ITA 5 of IRA)
- soms gebruikt met een snelheid van 110 bps door radioamateurs. Deze veel
- gebruikte code in computers is heel zeldzaam op de radio. RadioRaft
- decodeert twee andere varianten:
-
- ASCII8
- Uitgebreide ASCII code naar 8 bits.
-
- ASCII8P Uitgebreide ASCII code naar 8 bits plus een parity bit.
- RadioRaft verifieert niet de parity en ontvangt uitzendingen die gebruik
- maken van een oneven of een even parity.
-
-
- V.3.B - ARQ semi-duplex modes
-
- Deze modes worden alleen gebruikt in bilaterale uitzendingen. Een station
- zendt de tekst in blokken van verschillende karakters, gaat dan over op
- ontvangst en wacht op een bevestiging van de correspondent (ARQ =
- AutoReQuest). Wanneer er een negatieve bevestiging komt, dan wordt het blok
- herhaald. De twee stations worden gesynchroniseerd. De richting van de
- uitzending kan worden omgekeerd door het verzenden van een speciale
- karakterstring. De 2 stations zijn over het algemeen op dezelfde frequentie,
- maar het is geen regel (bijvoorbeeld scheepvaartverkeer gebruikt aparte
- zend- en ontvangstfrequenties).
-
- RadioRaft ontvangt deze uitzendingen in blokken en negeert bevestigingen.
- Herhalingen komen te vervallen om de tekst leesbaar te houden. (In het geval
- van een slechte verbinding tussen 2 stations, herhalingen kunnen inderdaad
- zeer frequent zijn, tot een paar minuten). Een optie echter maakt het
- mogelijk om de herhalingen en de speciale karakters te zien (bijvoorbeeld
- synchronisatie of "opvullende" signalen. Zie V.5.E).
-
- Modes van dit type zijn:
-
- SITOR-A
-
- De SITOR mode A is bij radioamateurs ook bekend als AMTOR mode A of TOR/ARQ.
- De mode is gedefinieerd door de CCIR 476-4. De mode bestaat uit de
- uitzending van blokken van 3 karakters, bij 100 Bps. De code is een 4/7 code
- (7 bits, 4 ervan zijn altijd op 1 ingesteld en zijn voor de opsporing van de
- fouten als dit criterium niet geverifieerd Is). De mode kan gemakkelijk met
- het oor worden geidentificeerd: het klinkt als het gesjirp van de krekel en
- de tijd tussen de blokken is iets minder dan een halve seconde. Deze mode
- wordt veelvuldig gebruikt in het bijzonder in de maritieme en de
- amateurbanden. Als 2 opeenvolgende blokken gelijk zijn, beschouwt RadioRaft
- dat als een herhaling van een blok en toont niet het tweede blok. Dit
- criterium van herhaling kan soms tot gevolg hebben dat tekst verloren gaat
- (bijvoorbeeld wanneer tijdens highlighting verscheidene blokken "---" worden
- verzonden; RadioRaft denkt dan ten onrechte dat dit herhalingen zijn. Toch
- gebeurt dit zelden. RadioRaft identificeert de uitzending van een selcall
- (selective call) en zet de call tussen slashes: bijvoorbeeld \FFLT\.
-
- SWED-ARQ
-
- Deze mode is gelijk aan SITOR-A maar het blok bevat 3, 9 of 22 karakters, en
- de verandering van de grootte en timing van het blok gaat automatisch al
- naar gelang de condities van de verbinding. Wanneer het blok 3 karakters
- heeft is deze mode precies het zelfde als de SITOR-A. De SWED-ARQ mode zal
- deze 3 karakter uitzending zoals de SITOR-A mode decoderen, het enige
- verschil is dat een selcall niet wordt geidentificeerd. Er zijn geen
- herhalingen zoals in SITOR-A.
-
- ARQ-6/90 ARQ-6/98
-
- Deze mode is gelijk aan SITOR-A, maar de grootte van het blok is 6 karakters
- en de gebruikelijke snelheid is 200 Bps.
-
- SI-ARQx
-
- Deze modes zijn gelijk aan de vorige modes maar de uitzending vindt plaats
- in blokken van x=4, 5, 6 of 7 karakters (respectievelijk SI-ARQ4, SI-ARQ5,
- SI-ARQ6 en SI-ARQ7), bij een snelheid van 96 Bps. De tijd interval tussen
- blokken is gelijk aan de duur van een blok. De code is ook een 4/7 code,
- maar die is anders dan de vorige mode en wordt gedefinieerd door de CCIR
- 342-3. Het verbergen van herhalingen leidt in tegenstelling tot de vorige
- modes nooit tot verlies van de tekst.
-
- V.3.C - ARQ full-duplex modes
-
- Deze modes die in het algemeen gebruikt worden voor bilaterale verbindingen
- hebben deze stations nodig voor gelijktijdige uitzending en ontvangst op
- aparte frequenties. Ze worden gebruikt voor militair en diplomatiek verkeer
- en worden van tijd tot tijd ook op de internationale telex frequenties
- gebruikt. Wanneer er slechte verbindingen zijn tussen de twee stations, zijn
- er herhalingen in een cyclus van 4, 5 of 8 karakters. Zoals bij ARQ
- semi-duplex modes, verbiedt RadioRaft herhalingen behalve als de
- tegenovergestelde optie is ingesteld (zie V.5.E).
-
- Modes van dit type zijn:
-
- ARQ-M (ARQ-M2, ARQ-M4, ARQ-E3, SI-FEC)
-
- De ARQ-M mode wordt gedefinieerd door CCIR 342-3 en 242-3 en maakt de
- scheiding mogelijk van de verbinding op verschillende kanalen. De ARQ-M
- routine van RadioRaft is een machtige routine die alle protocollen en
- identieke varianten decodeert, als ook andere modes met protocollen die er
- veel op lijken (ARQ-E3, SI-FEC).
-
- De code is een 4/7 code (7 bits, waarvan er 4 altijd op 1 zijn ingesteld).
- In deze mode worden 2 of 4 kanaal uitzendingen gedecodeerd. Het aantal
- uitzendkanalen en het aantal ontvangen kanalen wordt getoond na het woord
- "Channel" op de eerste regel van het scherm: Channel: B/2 geeft aan dat het
- kanaal B van een uitzending van 2 kanalen wordt ontvangen. Met het menu
- "Options/Contextual Options" kiest u het kanaal.
-
- Het patroon dat de polariteit aangeeft van een 16-karakter cyclus (na het
- woord "POL=..." op de eerste schermregel) maakt de identificatie van de
- uitzending mogelijk, omdat RadioRaft altijd de naam van de mode ARQ-M:
- vermeldt.
- In ARQ-M2 (2 kanalen), is het in het algemeen POL= /1D1D (1717 met een
- omgekeerde schift). Er zijn dus ook varianten. RadioRaft decodeert die
- (bijvoorbeeld 1557).
- In ARQ-M4 (4 kanalen) geeft de eerste byte de polariteit van 8 karakters aan
- van de even bits stream en de tweede die van de oneven bits stream.
- In CCIR-342, POL= /1D1D (1717 met omgekeerde shift). In CCIR-242, POL=
- /5555.
- In ARQ-E3 wordt alleen 1 kanaal uitgezonden. RadioRaft toont POL= /0101,
- 1111 (of 7F7F, 7777 met omgekeerde shift). Deze mode kan ook ARQ-M1 heten.
- In SI-FEC, POL= /5555. Deze mode is niet gebruikelijk, maar de ARQ-M routine
- van RadioRaft kan die mode decoderen zonder zich te belasten met de
- foutcorrectie.
-
- ARQ-M OPTIES (menu "Options/ contextual Options"):
-
- Met dit menu is het mogelijk om het kanaal van de ARQ-M2 en ARQ-M4
- uitzendingen te kiezen. U kunt 1 van de 4 kanalen kiezen, genaamd A tot D.
- Als de uitzending alleen op een kanaal is, dan heeft de keuze van het
- kanaalnummer geen effect. Als de uitzending op 2 kanalen is, dan zal de keus
- voor kanaal C het kanaal A tonen (respectievelijk D toont T) Elke keuze van
- de ARQ-M mode stelt weer kanaal A in als standaard kanaal. De keuze van
- kanaal "x" maakt het mogelijk om 2 kanalen gelijktijdig te zien. Deze optie
- maakt het mogelijk om te zien of er verkeer is zonder dat men van het ene
- kanaal naar het andere kanaal hoeft te schakelen. Met 2 kanalen is het
- moeilijk om een duidelijke tekst te ontvangen, behalve als het verkeer wordt
- uitgezonden op alleen 1 kanaal, terwijl "opvullende" karakters op het andere
- kanaal worden verzonden. Met kanaal "x" kan men geen 4 kanalen laten zien in
- ARQ-M4, maar alleen 2 kanalen van de even of oneven bits stream.
-
- ARQ-E
-
- Deze mode gebruikt de (ITA 2) voorafgegaan door een 0 bit en gevolgd door
- een oneven parity bit voor de vaststelling van de fout. Het polariteit
- patroon is altijd 0101 of 1111 (als de shift is omgekeerd 7F7F of
- respectievelijk 7777).
-
- ARQ-N
-
- Deze mode is gelijk aan de ARQ-E maar er is geen omgekeerd karakter (POL=
- /0000 of FFFF).
-
- POL-ARQ
-
- Deze mode gebruikt de CCIR 476-4 code en alle karakters hebben dezelfde
- polariteit (POL= /0000 of FFFF). Een herhaling van de cyclus bevat 5
- karakters.
-
-
- V.3.D - FEC modes
-
- Deze modes worden voor radio-uitzendingen gebruikt (b.v. uitzending van een
- station voor vele anderen met bescherming tegen fouten: FEC = Forward Error
- Correction).
-
- SITOR-B
-
- De SITOR mode B is ook bij radioamateurs bekend als AMTOR mode B of TOR/FEC,
- en word gedefinieerd door de CCIR 476-4. Elk karakter wordt twee keer
- verzonden op 2 wisselende kanalen. De code 4/7 is voor de foutopsporing en
- in dit geval is de herhaling van het karakter in het 2e kanaal voor het
- herstel van de fout. Deze mode wordt in de maritieme banden gebruikt in het
- bijzonder voor de radiouitzending van weerrapporten. Het NAVTEX system op
- 518Khz gebruikt deze mode voor dringende waarschuwingen aan de zeevaarders.
- Het wordt door radioamateurs gebruikt voor de calls, de uitzending gaat door
- in de AMTOR mode A (ARQ/TOR) wanneer de verbinding is gemaakt.
-
- FEC-A
-
- Deze mode gebruikt de Baudot code (ITA 2) voorafgegaan door een 0 bit
- gevolgd door een even parity bit voor de vaststelling. Elk van deze bits
- gaat over in de bits van een cyclische code die de fout vaststelt. De meeste
- gangbare snelheden zijn 96, 144 en 192 Bps. Let op: RadioRaft voorziet in
- deze mode niet in een foutcorrectie.
-
- RUM-FEC
-
- Deze mode gebruikt een code met een woordlengte van 16 bits voor 5
- effectieve bits (veel voor de error correctie). Elke karakter wordt
- uitgespreid over 129 bits: elk karakterbit gaat over in de bits van andere
- karakters. Uitzendsnelheden zijn 164,5 of 218,3 Bps.
-
- Als de shift omgekeerd is, dan wordt er correct gedecodeerd, omdat een
- omgekeerde codewoord ook een geldig codewoord is. Aan de andere kant worden
- er foutieve karakters getoond. Om deze moeilijkheid te voorkomen probeert
- RadioRaft de rechter shift te vinden door sommige verzonden karakters te
- begrijpen. Dit heeft tijd nodig en mislukt zelfs als het verzonden bericht
- in crypto code staat of als het bijzondere strings bevat.
-
- Afhankelijk van de mode, duurt het scannen tenminste 16 (signaal)seconden
- voordat RadioRaft synchroniseert.
-
- RUM-FEC OPTIES (menu "Options/ contextual Options"):
-
- √Auto-shift: in-en uitschakelen van de automatische vaststelling van de
- (standaard ingeschakeld). √Reversed shift: het klikken op "√Reversed shift"
- verhindert de automatische vaststelling en de normale of de omgekeerde shift
- wordt ingeschakeld.
-
- HNG-FEC
-
- Deze mode is gelijk aan de vorige, maar de codewoorden hebben een lengte van
- 15 bits en de spreiding is 64 bits. De snelheid is 100.05 Bps. De
- vaststelling van de shift heeft hetzelfde probleem als in RUM-FEC. Opties
- van deze mode zijn dezelfde als die in RUM-FEC.
-
- CIS11
-
- Deze mode gebruikt code woorden van 11-bits (5 bits van de Baudot code en 6
- bits voor de fout correctie door een Ham code).
-
- AUTOSPEC, SPREAD11, 21 en 51
-
- Deze modes gebruiken code woorden van 10-bits (Bauer code: 5 bits zoals de
- ITA2 en 5 bits voor de fout correctie door een Ham code). SPREADxx mode
- gaat verder met een spread xx=11, 21 of 51 bits. Deze modes worden gebruikt
- bij de volgende snelheden: 62.3 68.5 102.6 137 (en 218.3 voor de SPREAD
- modes). Deze bijzondere snelheden maken de identificatie van deze mode
- gemakkelijk
-
-
- V.3.E - De andere modes
-
- RadioRaft voorziet niet in de automatische vaststelling van de volgende
- modes. U moet ze in het menu "Mode" uitkiezen. Toch zijn ze gemakkelijk met
- het oor te identificeren.
-
-
-
- PACKET
-
- Deze mode (PACKET RADIO) werkt volgens het AX25 protocol, dat is een X25
- variant protocol. De radioamateurs gebruiken deze mode het meest. De
- snelheid is 300 bps (soms 1200) op de HF banden en 1200, 2400, 9600 of meer
- op de VHF, UHF, SHF band en op de CB band in sommige landen.
- Voor elk PACKET frame toont RadioRaft de calls (evt. met SSID) van het
- tegenstation en van mogelijke repeaters en vervolgens de controle byte en de
- protocol ID (PID) in hexadecimaal formaat. Tenslotte wordt eventuele
- informatie van het frame getoond. Een packet verschijnt als volgt op het
- scherm:
-
- A3XYZ -0<F6FLT -0\EA8XYZ-1\03/15/ HI BUNNY! WHAT'S UP DOC? (Bijvoorbeeld een
- bericht van F6FLT aan A3XYZ via EA8XYZ, met de controle byte = 03, en de PID
- = 15). Alle getype informatie kan in PACKET worden verzonden (plaatjes,
- computerprogramma's of sound files...). De ASCII code wordt in het algemeen
- gebruikt voor het verzenden van tekst. RadioRaft toont de inhoud van een
- PACKET frame met de 8-bit ASCII code. Als u frames ziet met informatie van
- een programma of een plaatje, dan worden codes van de file geinterpreteerd
- als ASCII karakters en ze worden als kabbalistische tekens getoond!
- In het menu Opties kunt PACKET frames filteren, en/of alleen de adressen of
- alleen de inhoud van de informatie tonen van de frames.
-
- PACKET mode OPTIONS (menu "Options/ contextual Options")
-
- - Checksum
-
- Wanneer de "Checksum" uitgeschakeld is, dan is de checksum controle niet
- langer meer aktief. Frame inclusief fouten worden niet meer getoond.
- Normaliter is "√Checksum" ingeschakeld.
-
- - Gehele packet / alleen data's / alleen adres
-
- U kunt tussen 3 mogelijkheden kiezen. Normaliter is "√Whole packet"
- ingeschakeld en daarom worden alle frames met data's met adressen getoond.
- Als u "√Address only" kiest, dan worden alleen calls van tegenstations,
- bron- en mogelijk repeater stations met hun SSID getoond. Tekst bij de
- frames wordt niet getoond. Als u "√Data only", kiest dan wordt alleen tekst
- getoond bij de frames (in samenhang met het filter maakt deze optie het
- mogelijk om het verkeer van of naar een speciaal station te zien).
-
- - Bestemming filter, Bron filter
-
- Wanneer u "√Destination filter" en/of "√Source filter" uitkiest zijn
- getoonde berichten alleen die van een bepaald station voor een ander bepaald
- station, waarvan u de calls hebt opgegeven (wanneer u de keuze maakt dan zet
- RadioRaft automatisch de cursor aan het begin van het veld waar de tekst
- ingetypt moet worden). Let op! - U moet de calls in hoofdletters intypen en
- ze moeten volledig zijn dus met 6 karakters met spaties. Als u geen call
- opgeeft dan worden er niet meer packets getoond omdat RadioRaft calls
- verwacht met 6 spaties!
-
- Normaliter zijn "Destination filter" en "Source filter" uitgeschakeld. U
- kunt het filter ALTIJD in- of uitschakelen, de calls blijven in het
- geheugen. Als de 2 filters op dezelfde tijd aktief zijn, worden alleen
- berichten getoond die zowel de call van de afzender alswel de call van het
- andere station en adressen bevatten.
-
-
-
- CW
-
- Dit is de welbekende Morse code. WAARSCHUWING: als u een MODEM gebruikt,
- controleer dan dat de "shift" die in het "Setting" menu is opgegeven, juist
- is. De aanwezigheid van een signaal moet overeenkomen met de indicatie
- POL=0/..., bij afwezigheid is dat POL=1/... Dit is de enige mode waar de
- shift niet automatisch geevalueerd wordt. Het signaal wordt niet in de
- gaten gehouden: U moet de toon van het ontvangen signaal aanpassen
- overeenkomstig de frequentie die u heeft ingesteld (menu Settings / AF
- interface, zie V.6.A).
-
- Als u het AF interface gebruikt (dat voor deze mode wordt aanbevolen), dan
- moet de shift normaal zijn: het teken "√" dat vooraf gaat aan "shift" In
- het "Settings" menu moet verwijderd worden (zie V.6 ).
-
- RadioRaft past zich automatisch aan de uitzendsnelheid aan. De snelheid
- wordt in Bps getoond (gewoonlijk wordt de CW snelheid getoond in Wpm,
- woorden per minuut maar dat is niet nauwkeurig). Het Morse verwijzings-
- element is de duur van een punt. De "Morse" Bps is daarom het
- tegenovergestelde van deze duur. Bijvoorbeeld: 20 Bps corresponderen met een
- duur van een punt van 1/20=50 ms (bij benadering 22 Wpm). RadioRaft
- decodeert perfect automatische uitzendingen in deze mode, en "doet wat het
- kan" wanneer de uitzending handmatig door de operator plaatsvindt: de meeste
- operators zenden inderdaad heel regelmatig, met het grote probleem om
- letters aan elkaar te plakken. In deze situaties kan alleen een getraind
- iemand onderscheid maken tussen --.--.... tussen: QTH (--.- - ....) of QNS
- (--.- -. ...) of GT6 (--. - -....) of ...
-
- BpsMeter
-
- De baud meter berekent de snelheid van synchrone modes tot 300 bps
- (snelheden van asynchrone modes worden in het algemeen niet gevonden). De
- snelheid is in feite de "baud rate". De indicatie < BPS OK > in het kleine
- ontvangstscherm geeft aan dat de berekening van de baudrate juist is. Een
- ander klein scherm toont de laatst geldige berekening. Om het scherm te
- sluiten moet u op de ESC toets drukken. U kunt ook de "DIGIT" mode gebruiken
- om de bps te berekenen. U heeft die mode nodig voor het berekenen van de
- snelheid van de asynchrone modes. Zie onder: Digit, option
- Synchronous/Asynchronous.
-
-
- DIGIT
-
- Deze mode is uniek in RadioRaft. U kunt daarmee een uitzending bit voor bit
- op uw scherm in binair of hexadecimaal formaat bekijken en kan ook gebruikt
- worden voor de berekening van de snelheid. De bits zijn in woorden
- gegroepeerd om het bekijken gemakkelijker te maken. Wanneer u het programma
- opstart dan wordt het scherm geinitialiseerd voor 7 bits woorden en rijen
- van 8 woorden (zie de opties over dit onderwerp).
-
- Er is een onderlinge verhouding tussen deze woorden en alle karaktercodes
- die ontvangen worden: bijvoorbeeld in het geval van de ontvangst van een
- code 4/7, kunnen de 7 bits van een karakter tussen 2 woorden in zitten.
- "DIGIT" negeert volledig het soort uitzending. Met de toetsen F9/F10 kunt u
- het tonen van de bits op het scherm links of rechts veranderen.
-
- "DIGIT" is in wezen een tool voor een analyse om precies aan te tonen wat
- ontvangen is. Deze tool kan ook worden gebruikt om onbekende modes te
- decoderen. Het vereist wel dat men de snelheid van de uitzending weet. DIGIT
- zoekt automatisch de geldige snelheid. Digit zal niets tonen voordat de
- snelheid is gevonden. Wanneer het niet lukt om de snelheid te scannen dan
- zult u dat handmatig moeten doen in het "Bps" menu. Dat noodzaakt tot het
- tonen van de ontvangen bits.
- Voor de asynchrone modes zie hieronder: option (Synchronous/ Asynchronous).
-
- DIGIT OPTIONS (menu "Options/ contextual Options")
- Grootte van de woorden
-
- Deze optie stelt het aantal bits in per woord (1 tot 132). Het scherm in
- hexadecimaal formaat staat niet toe dat er woorden zijn die groter dan
- 16-bits zijn. Wanneer er woorden zijn die groter zijn dan 16-bits, dan
- worden alleen de laatste 16 bits afgehandeld. Klik op de cijfers: wanneer
- men links klikt dan zal de waarde verhoogd worden, wanneer men rechts klikt,
- dan zal de waarde verlaaagd worden. U kunt ook + of - drukken.
- - Woorden per rij
-
- Met deze optie kan men het aantal woorden instellen in een rij (1 tot 16).
-
- - Delta
-
- Met "√Delta" kan men de overgang tonen van het input signaal in plaats van
- de ontvangen bits (is de overgang niet aanwezig dan is het een 0, is die wel
- aanwezig dan is het een 1). Bijvoorbeeld, u kunt een frame zien van een AX25
- packet.
-
- - Parity
-
- Met "√Parity" kan men de parity van de laatst ontvangen bits tonen, n is het
- aantal bits per woord.
-
- - Reverse 0/1
-
- Omkering van 0/1 in 1/0.
-
- - Even bits / Oneven bits
-
- Met het inschakelen van "odd of even bit" ziet men op het scherm alleen maar
- een van de twee bits (van een oneven of even rij) en men kan hiermee een
- kanaal zien van een uitzending met bits zoals de ARQ-M4 of FEC-A modes.
-
- - Synchronoon / Asynchronoon
-
- U moet "Asynchronous" kiezen voor het zien van een bit-voor-bit asynchrone
- uitzending of om de snelheid te berekenen. U moet dan wel het aantal bits
- van de karakters weten: dat moet u instellen in de optie "Words size". Als u
- bijvoorbeeld een Baudot uitzending wilt zien dan moet u "Words size" op 7
- zetten (=1 start bit+ 5 bits van de Baudot code + 1 stop bit). De snelheid
- kan niet gevonden worden als de grootte van de woorden niet juist is
- ingesteld.
-
- - Binair / Hexadecimaal
-
- Wordt in binair of hexadecimaal formaat getoond. Hexadecimaal wordt beperkt
- tot 16-bit woorden.
-
- - Code...
-
- Het commando "Code..." opent een menu voor het kiezen van de uitzendcode die
- u kunt gebruiken om de karakters te tonen die overeenkomen met de laatste x
- bits (x is het aantal bits per karakter van de code. Als x minus is, dan
- worden voor de grootte van de woorden alleen de laatste x bits woorden
- genomen voor de omzetting; Bijvoorbeeld; RY vertaald in Baudot: 1001010
- R|1010101 Y|1001010 R|1010101 Y...
- Voor elk woord is de eerste bit 1 een stop bit van het vorige karakter. De
- volgende 0 is de start bit van het karakter. De volgende 5 bits (01010 of
- 10101) is de baudot code van het karakter, die gebruikt wordt voor de
- omzetting.
-
- Er zijn twee andere opties:
-
- "√Invert H/L bits in words" keert de bits om van hoog en laag voor de
- omzetting. Met "√Reverse 0/1 on error" kunt u alle bits omzetten en de
- omzetting hervatten nadat een eerste omzetting is mislukt met een foutief
- karakter (b.v. ratio 4/7 niet gecontroleerd of woord niet gecodeerd). Dit
- maakt het mogelijk om modes te zien die omgekeerde karakters gebruiken
- (ARQ-M, ARQ-E).
-
- V.4 - Het menu "Bps"
-
- Bps betekent "bits per seconde".
-
- Met dit menu kunt u een waarde instellen of uitkiezen in een lijst. U kunt
- in het veld elke waarde invoeren of een van de waarden uit de lijst kiezen.
- Buiten dit menu "Bps" kunt u het aantal bps veranderen door direct te
- klikken op het cijfer van bps dat in het hoofdmenu wordt getoond. Klikt u
- met de linker knop dan gaat de waarde omhoog en klikt u op de rechter knop
- dan gaat de waarde omlaag. U kunt ook + of - typen. Of u kunt ook klikken op
- +/- dat na dit getal verschijnt voor het instellen van de volgende waarde
- (of de vorige waarde als u op de rechter knop hebt gedrukt).
- Voor FSK (of AFSK) uitzendingen, die het grootste deel uitmaken van van de
- kortegolf uitzendingen is 1 Bps = 1 Baud. De baud is de eenheid voor de
- graad van de modulatie, b.v. het tegenovergestelde van de duur van het
- kleinste uitgezonden bestanddeel (bijvoorbeeld 50 baud komt overeen met 20
- ms bestanddelen). Aan de andere kant geeft de Bps het werkelijk hoeveelheid
- verkeer aan (data rate), omdat sommige modulatie typen (bijvoorbeeld MFSK)
- gelijktijdige uitzending van verschillende bits mogelijk maken. Boven 2400
- Bps wordt de FSK modulatie niet langer meer gebruikt. U kunt niet langer
- meer de AF interface gebruiken om het signaal in te voeren. Alleen het
- gebruik van een speciaal modem is mogelijk.
-
-
- V.5 - Het menu "Option"
- V.5.A - Contextual options
-
- Deze keuze in het menu is alleen mogelijk als de aktuele mode opties heeft.
- Deze opties zijn te wijzigen door het openen van het menu. Ze zijn
- beschreven bij elke mode.
-
- V.5.B - "Frequency meter"
-
- De frequentiemeter vereist dat het signaal van het AF interface aanwezig
- moet zijn bij de DSR ingang van de seriele poort. Op de derde schermregel
- geeft het de gemiddelde- en aktuele frequenties aan (b.v. 1750/1733). Een
- cursor (een verticale streep) die op een schaal verschuift tussen 300 en
- 2700 Hz stelt u in staat om direct het ontvangen frequentiesignaal te
- bekijken. Als de tracking frequentie niet is ingeschakeld, dan geeft het
- karakter "+" de geprogrammeerde centrale frequentie weer (b.v. 1750 Hz, het
- signaal moet aan beide kanten van dit teken staan.
- In CW moet het signaal op dit teken komen te staan). 2 haken { en } geven de
- onder- en de bovengrens aan waarin het signaal is zich bevindt. Met de F8
- toets kan men de frequentie meter in- en uitschakelen zonder dit menu te
- openen.
-
- V.5.C - Optie "Lowercase allowed" (standaard)
-
- Het aktiveren van deze optie maakt het mogelijk om tekst in kleine letters
- te tonen voor modes die dat niet hebben (alleen ASCII en PACKET kunnen
- normaliter in kleine letters uitzenden). RadioRaft probeert zelfs de eerste
- hoofdletters aan het begin van de zinnen te handhaven voor het prettiger
- lezen van de tekst.
-
- V.5.D - Option "Letter locked"
-
- Met het aktiveren van deze optie kan men voor letters tonen en geen cijfers
- of tekens voor alle modes die een code hebben met speciale karakters "letter
- shift" of "figure shift" zoals Baudot, 4/7 codes, rum-fec... Inderdaad tonen
- deze codes niet alle letters, cijfers en tekens. Daarvoor wordt een speciaal
- karakter (genaamd " letter shift" of "figure shift") verzonden om aan te
- geven dat voortaan letters of cijfers verzonden zullen worden. Als dit
- karakter foutief is ontvangen, dan worden cijfers getoond terwijl letters
- verzonden worden. Met het aktiveren van deze optie kan men dus automatisch
- letters tonen. Wanneer er een foutieve ontvangst is dan kunt dus de situatie
- korrigeren: door deze optie in- of uit te schakelen voor de letters zonder
- die vast te zetten.
-
- V.5.E - optie " Control karakters display"
-
- Controle karakters (b.v. alpha of beta synchronisatie signalen) zijn nodig
- voor de uitzending maar worden normaliter niet getoond. Ze worden
- automatisch getoond in het <kleine ontvangstscherm>. Als u deze optie
- inschakelt dan worden deze karakters ook getoond in de hoofdtekst. Deze
- optie zorgt ook voor het tonen van herhalingen in ARQ modes, en het tonen
- van de 2 kanalen in de SITOR-B mode. Speciale karakters worden op het scherm
- weergegeven door ASCII codes die hoger zijn dan 128:
-
- - Karakter "Null": ASCII 254 (■)
- - Karakter "figure shift": ASCII 246 (÷)
- - Karakter "letter shift": ASCII 247 (≈)
- - Synchronisatie karakter "Alpha": ASCII 224 (α)
- - Synchronisatie karakter "Beta": ASCII 225 (ß)
- - Herhalings karakter RQ: ASCII 226 (Γ)
- - Voor alle modes: RadioRaft geeft een of verschillende fouten aan met het
- ASCII karakter 126 (~) .
-
- Met het <kleine ontvangstscherm> kunt u al die karakters zien zoals de Bell,
- CR (Carriage Return) en LF (Line Feed) karakters:
- - Bell: ASCII 234 (Ω)
- - CR: ASCII 245 (⌡)
- - LF: ASCII 244 (⌠)
-
- NB - Het hangt van de code pagina af of de karakters te zien zullen zijn.
- Zie het MS DOS commando: MODE CODEPAGE voor meer gegevens. Als u deze
- helpfile bekijkt met WINDOWS, dan hangt van het gekozen font af of deze
- karakters te zien zullen zijn.
-
-
- V.6 - Het "Settings" menu
- V.6.A RadioRaft parameters
-
- Met dit menu kan men de parameters instellen voor de interface, de poort, de
- kleuren, de video kaart en de taal. U kunt de 3 volgende paramaters op
- dezelfde manier kiezen als in het menu "Setup" dat verschijnt wanneer men
- RadioRaft voor de eerste keer opstart.
- - de taal (Frans of Engels)
- - de seriele poort: poort COM 1 of COM 4, verbonden met de RADIO/PC
- interface. U kunt de adressen en irq nummers van de COM poorten wijzigen.
- - Het type interface ("AF interface" of "MODEM"): zie II voor meer
- gegevens.
- Wanneer u "AF interface" uitkiest dan geeft RadioRaft u de mogelijkheid om
- de frequenties van de mark/space vast te zetten, of de CW frequentie laat
- die ongemoeid. Met de optie "√Signal tracking" (standaard optie, behalve in
- Morse waar die nooit in werking is) kan RadioRaft de frequentie evalueren en
- de frequemtie tracken die getoond wordt door een verticale streep op het
- scherm van de frequentiemeter. Het is niet langer meer nodig om de ontvanger
- precies af te regelen. Anders kan de frequentie van de mark/space overgang
- verschillend worden vastgelegd als u werkt met snelheden die lager zijn of
- hoger dan 300 Bauds. Deze frequentie wordt gemarkeerd met een "+" op de
- grafische schaal van de frequentie meter (zie V.5.A).
-
- De frequentie van 1750 Hz is goed aangepast met de V21 mode die bijvoorbeeld
- gebruikt wordt in PACKET 300 Bauds (mark/space = 1850/1650 Hz). De waarde
- van deze frequentie is relatief belangrijk, omdat u ook kunt afregelen door
- de frequentie uit te zetten van de radio ontvanger in LSB, USB of FSK/RTTY
- modes. Wanneer de mark/space shift zwak is (tot 200 Hz), en de "Signal
- tracking" is uitgeschakeld, dan moet u de ontvanger precies afregelen. De
- gebruikelijke shifts bij kortegolf signalen zijn 85, 170, 200, 425 en 850
- Hz.
- Voor de V22 mode (bijvoorbeeld PACKET 1200 bauds), is de frequentie van 1750
- Hz ook goed aangepast. In dit geval is de frequentie niet zo kritisch omdat
- de shift breed is (2100/1300 Hz).
- In CW kunt u de frequentie zo kiezen dat de toon prettig is om te horen. Het
- ontvangen signaal moet ongeveer +/- 6% binnen deze frequentie zijn voor een
- correcte decodering.
-
- U kunt ook instellen:
-
- - De "shift": Een normale shift betekent dat de space (respectievelijk mark)
- overeenkomt met een 0 bit (respectievelijk 1). De mark is de laagste
- frequentie van de twee frequenties die gebruikt wordt door de FSK
- uitzending. Als u "√shift" drukt dan worden deze waarden omgekeerd. De
- shift kan ook omgekeerd worden door het station dat uitzendt, of omdat u in
- LSB ontvangst in plaats van USB. Maar het is van geen belang omdat
- RadioRaft elke shift decodeert (behalve in Morse), en het geeft de
- polariteit aan van de uitzending na de indicatie "POL" in de eerste
- schermregel. POL= /0000 met stations die een normale shift hebben en POL=
- /FFFF met stations die een omgekeerde shift hebben (of elk ander patroon
- met stations die modes gebruiken met omgekeerde karakters).
- - Tekst en achtergrond kleuren van schermen, titels, toets-letters, gekozen
- areas.
- - De video mode. Zie het on-line menu "Help on the help and menus" voor
- meer gegevens voor het veranderen van de kleuren en video modes.
-
-
- V.6.B - Menu: Save settings/Load settings
-
- U kunt uw configuratie saven of die configuratie laden die u al had
- geconfigureerd. De naam van de file zal worden gevraagd. Klik dan op <OK>:
- alle parameters die u heeft gekozen (taal, poorten, interfaces en
- frequenties, kleuren, video modes, shift) worden gesaved. U kunt elke naam
- geven aan een parameter file maar de parameter file "RadioRaf.ini" wordt
- altijd geladen wanneer u het programma opstart. U moet uw parameters in deze
- file saven voor een automatisch laden.
-
-
- VI - (FUNCTIE)TOETSEN
-
- - ESC :schakelen tussen de modes "√Edit" en "reception".
- - PgUp :voor de mode "√Edit", om vervolgens de tekst naar beneden
- te scrollen.
- - F2 :voor het leegmaken van het scherm.
- - F3 :uit het programma gaan
- - Alt+F4:uit het programma gaan
- - F5 :re-initialisatie van de huidige mode
- (restart synchronisatie of scannen)
- - F6 :om een bit over te slaan voor een handmatige synchronisatie
- (moet normaal niet gebruikt worden)
- - F8 :aktiveren van de frequentie meter
- - F9 :links van positie wisselen van de bits in de DIGIT mode
- - F10 :rechts van positie wisselen van de bits in de DIGIT mode
-
-
- VII - COMPATIBILITEIT MET WINDOWS
-
- WINDOWS vertraagt het programma. DAAROM WORDT U GEADVISEERD RadioRaft te
- starten VANUIT DOS: werkelijke tijd functies van RadioRaft zijn niet te
- verenigen met WINDOWS voor een correcte decodering en het kan zelfs gebeuren
- dat het programma in het geheel niet meer functioneert.
-
- U heeft geen garantie dat RadioRaft goed zal functioneren. Bedenk wel!
- RadioRaft is een DOS programma.
-
-
- VIII - CODING en GEHEIMSCHRIFT...
-
- Deze 2 concepten zijn verschillend: de code zet een gewone tekst om in
- gecodeerde informatie met protocollen die daarmee te maken hebben (b.v.
- start/stop bits), zodat het kan worden uitgezonden. De code is niet geheim.
- Het maakt de uitzending mogelijk en beschermt mogelijk tegen fouten. De
- code+protocol groep is gemaakt als een "Mode" in RadioRaft.
-
- Met het geheimschrift kan men er voor zorgen dat een normale tekst niet door
- iemand anders onderschept kan worden dan alleen de geadreseerde. Het crypto
- bericht kan dan gecodeerd worden als elk bericht voordat het wordt
- uitgezonden. RadioRaft decodeert veel modes maar kan geen enkele
- ontcijferen. De meeste kortegolf uitzendingen zijn in crypto. Een crypto
- bericht dat in een mode wordt verzonden die door RadioRaft wordt ondersteund
- zal correct worden ontvangen en zal bijvoorbeeld op het scherm te zien zijn
- in de vorm van een serie van 5 cijfers of letters of rare tekens. Natuurlijk
- zal men het bericht niet begrijpen.
-
- Sommige uitzendingen worden niet allemaal ontvangen met RadioRaft: de codes
- of protocollen van deze uitzendingen zijn onbekend, dat niet hoeft te
- betekenen dat deze uitzendingen in crypto staan. In deze gevallen zal
- RadioRaft niets op het scherm tonen. Sommige uitzendingen zijn in crypto,
- echter ze zijn niet b.v. een uitzending in Morse, bijvoorbeeld uitgezonden
- door een Russisch station in het Cyrillic alfabet en zal geen betekenis
- hebben wanneer die gedecodeerd wordt in het Latijnse alfabet; en toch is
- het een gewone tekst...
-
-
- IX - PROBLEMEN
-
- MUIS
-
- De cursor van de muis beweegt niet:
- - Kontroleer het poortnummer. Kies in het menu de juiste poort in het
- 'Settings' menu en save de nieuwe instelling, ga uit het programma, reboot
- de computer en start RadioRaft weer op.
-
- DE ONTVANGER KRIJGT EEN SIGNAAL MAAR ER GEBEURT NIETS
-
- - De frequentie meter geeft geen juiste waarde aan. Kontroleer de hardware:
- is de interface goed aangesloten? Verkeerde pin aansluitingen? Defecte
- interface? Kontroleer de instellingen : Verkeerd poortnummer? Verkeerde
- poortadressen en irq ?
-
- - De frequentie meter geeft de juiste frequentie: controleer of de 'signal
- tracking' is ingeschakeld (menu Settings/AF interface) OF controleer of de
- frequentie rond de centrale frequentie zit, aangegeven door een a '+' (als
- de 'signal tracking' is uitgeschakeld en de frequentie meter is
- ingeschakeld). Stem de ontvanger af op een continue ongemoduleerd signaal
- en kontroleer of de signaal polariteit 0/1 (aangegeven na 'POL=' op de
- eerste schermregel) van 0 verandert in 1 wanneer de frequentie hoger wordt.
- - Als de Scan-Mode en Scan-Bps ingeschakeld zijn: de uitzendmode van het
- signaal niet een mode is die door RadioRaft wordt ondersteund of de
- ontvangst is gestoord, probeer het dan met andere stations. Denk erom dat
- Packet, CW en ASCII handmatig gekozen moeten worden (menu 'Mode').
-
- KARAKTERS DIE STEEDS HERHAALD WORDEN OP HET SCHERM
-
- U ontvangt een station dat continu "opvullende" of synchroniserende
- karakters uitzendt of een ARQ station in een terugkerende cyclus uitzendt.
- In zo,n geval kan RadioRaft het scannen stoppen bij verkeerde modes of
- snelheden en rare karakters op het scherm tonen. Wacht totdat het station
- weer normaal begint uit te zenden of begin opnieuw te scannen (F5) en
- probeer het opnieuw.
-
- SOMMIGE KARAKTERS WORDEN TIJDEN HET SCANNEN GETOOND
-
- Sommige rare karakters worden getoond tijdens het scannen van RadioRaft:
- Aanvankelijk lijkt het op een mode die RadioRaft ondersteunt en RadioRaft
- begint te decoderen. Tenslotte is het niet de juiste mode en RadioRaft
- begint weer met scannen. Dit is normaal. Om de snelheid te verhogen wacht
- RadioRaft niet op een volledige bevestiging dat het de juiste mode heeft
- gekozen voor de decodering.
-
-